Docent - competenties

 


Voor het bezoek


Links


Docent


Colofon
 

Competenties

Tegenwoordig wordt er steeds meer gewerkt met 'competenties' in het onderwijs.
Er wordt hierbij uitgegaan van vier fasen;
een fase van oriënteren gevolgd door een fase van onderzoeken, dan uitvoeren en als afsluiting het kunnen evalueren.
Bij dit alles speelt de competentie ‘reflecteren’ een belangrijke rol, waarbij de leerling oog heeft voor zijn eigen handelen als ook begrip kan opbrengen voor het handelen en de meningen van anderen.

Fase van oriënteren
Als competentie voor groep 5-6 in de fase van oriënteren wordt bij kerndoel 56 over Kunstzinnige oriëntatie genoemd;
De leerling kan open staan voor betekenissen die anderen aan erfgoed(aspecten) geven (waaronder experts en deskundigen) en reageert met associaties en herinneringen aan eigen ervaringen en (eerder opgedane) kennis.

Dit is dan ook het doel van de voorbereidende les, waarbij de leerlingen ervaringen en kennis uitwisselen aan de hand met het scherm met foto’s van een aantal borgen (waaronder ook de Menkemaborg en de afgebroken borg Dijksterhuis).


In de fase van onderzoeken wordt genoemd:
De leerling kan met anderen een (beschouwings-)gesprek over cultureel erfgoed voeren en er verschillende betekenissen aan toekennen.
De leerling kan een (be-)geleid brononderzoek doen op een fysieke plaats en/of door middel van foto’s, verhalenverteller, objecten, ritueel. Dit bronnenonderzoek vindt plaats binnen materieel en immaterieel erfgoed en de leerling kan een koppeling maken met thema’s uit het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’.
De leerling kan daarbij op een eenvoudig niveau historisch redeneren over verandering en continuïteit.

 

De quiz 'Weet jij dit?' op de cd-rom, waarbij de opgedane kennis op een speelse wijze wordt getoetst, sluit af met een scherm met een aanzet tot een woordweb rondom het woord ‘Menkemaborg’. Dit scherm leent zich voor een klassengesprek over de borg als cultureel erfgoed, maar ook tot een bespiegeling over verandering en continuïteit.
 

De ‘weetjes’ op de cd-rom kunnen gezien worden als een beschermde omgeving waarin de leerling zelfstandig informatie kan opzoeken, bronnenonderzoek kan doen. De leerling kan als het ware kan ‘zappen’ tussen verschillende onderwerpen en komt daardoor ook de onderlinge verbanden tegen. In de weetjes wordt er bijvoorbeeld een duidelijke link gelegd tussen de borg en de VOC, maar ook tussen de tijd dat de hoofdfiguren ‘leefden’ en canononderdelen zoals de atlas van Blaeu en Eise Eisinga.

De audiotour zelf kan gezien worden als een verzameling verhalen. Gerhard, zijn zusje Susanna en het dienstmeisje Fieke vertellen de leerlingen hoe het was om in de 18de eeuw te leven. Ook dit levert materiaal voor bronnenonderzoek.
 

Voor de fase van uitvoeren wordt genoemd:
De leerling kan vanuit de onderzoeksfase bewuste keuzen maken en aan de hand van bijvoorbeeld een gesprek of werkstuk, een eigen of nieuwe betekenis geven aan cultureel erfgoed.

Bij de verwerkingsopdrachten zijn een aantal opdrachten opgenomen waarin de leerlingen aan deze competentie kunnen werken.


Voor de fase van evalueren wordt genoemd:
De leerling kan zijn keuzes motiveren en staat daarbij open voor feedback van anderen.
De leerling accepteert en respecteert meningen, ideeën en gevoelens van anderen over erfgoed.
De leerling kan een relatie leggen tussen zijn eigen betekenisgeving en die van experts. De leerling kan zijn werk aan derden presenteren.

Alle verwerkingsopdrachten sluiten af met een onderdeel waarin de leerling het eigen werk en dat van klasgenoten moet evalueren.

terug